In Necropolis, de stad van de doden, werkten mensen die mummies maakten. Deze kunst werd van vader op zoon doorgegeven. Balsemers leerden hoe je de ingewanden uit een lichaam moest halen, het lichaam moest drogen met zout en het dan van top tot teen moest inpakken. Tijdens dit werk sprak een priester een soort gebeden uit het Dodenboek, om de dode te beschermen op weg naar het hiernamaals.

Ik zal nu in stappen vertellen wat ze allemaal moeten doen om een mummie te maken:

• 1) Als eerste wasten de balsemers het lichaam met water of zoetgeurende olie.
• 2) Met een lange bronzen haak haalden ze via de neus hun hersenen eruit.
• 3) Het hart bleef zitten maar maag, darmen, lever en longen sneed men weg. Ze werden gedroogd in natron, een soort zout. Daarna werden ze bedekt met hars van bomen, in doeken gewikkeld en in speciale potten gestopt.
• 4) Het lichaam werd in een natronbad gelegd om te drogen. Na 40 dagen werd het eruit gehaald en werd het opgevuld met lappen stof, zand of zaagsel. Soms werden de ingepakte darmen, lever, maag en longen weer teruggestopt.
• 5) De droge huid werd ingewreven met hars en allerlei soorten olie. Hierdoor werd de huid zachter en ging hij lekkerder ruiken!
• 6) Waar het lichaam was opengemaakt, werd een amulet gelegd. Het oog van de god Horus hield kwade geesten op afstand.
• 7) Het lichaam werd in linnen lappen gewikkeld en tussen de lagen stof werden amuletten gestopt.
• 8) Er komt een masker van goud, beschilderd linnen of gips op het hoofd en op de schouders te liggen.
• 9) En als laatste: Het lichaam werd in een kist in de vorm van een mens gelegd, die was versierd met schilderingen en spreuken.